Bronnen | |
Ontwikkelen |
Aanleren betekent helpen. Begeleid uw kind (toon hoe het moet, bied actieve hulp, enz.) en verwacht niet dat het zich alleen uit de slag trekt, zeker in het begin van het leerproces wanneer de vaardigheid nog niet zichtbaar aanwezig maar enkel aan het ontluiken is.
U kan verschillende soorten hulp bieden:
Fysieke hulp | Maak met uw hand of met uw lichaam contact met uw kind en help het om de gewenste activiteit correct uit te voeren. Voorbeeld Ga achter uw kind staan, neem zijn hand en help het om zijn potlood vast te houden tijdens het inkleuren. |
---|---|
Hulp met gebaren | Beweeg uw hand en/of uw lichaam om een bepaalde activiteit aan te wijzen. Voorbeeld Wijs naar de knop van de stortbak om uw kind eraan te herinneren dat hij moet doortrekken nadat hij naar het toilet is geweest. |
Verbale hulp | Zeg een woord of geef een instructie om hem te helpen de activiteit correct uit te voeren. Voorbeeld Zeg "neem de zeep". Opgelet: in dit geval is het belangrijk kort en duidelijk te zijn. |
Demonstratie: een model geven, het voorbeeld geven ter imitatie |
Toon uw kind wat hij moet. Voorbeeld Poets uw tanden om te tonen wat hij moet doen. |
Visuele hulp: foto's, voorwerpen, tekst, bijkomende visuele ondersteuning door middel van contouren of silhouetten |
Toon uw kind een afbeelding van:
Voorbeeld Gebruik een placemat waarop de contouren van het bord en het glas zijn aangebracht zodat hij weet waar hij ze moet zetten. |
Gecombineerde hulp | U kan verschillende soorten ondersteuning bieden om uw kind te helpen bij een activiteit. Voorbeeld Bij het opruimen van zijn speelgoed kan u verbale hulp (u zegt "daarin") combineren met passieve hulp (u wijst naar de speelgoedbak). |
De hulp die u geeft moet aangepast zijn:
Aan zijn begripsvermogen
Het type hulp dat u geeft, moet overeenstemmen met het begripsvermogen van uw kind. Het heeft geen zin om verbale aanwijzingen te geven indien hij die niet begrijpt, iets te schrijven indien hij niet kan lezen of hem een foto te tonen indien hij geen voorwerpen kan herkennen.
Aan mensen met autisme die een beperkt begripsvermogen hebben (die m.a.w. nog geen verbale of geschreven instructies en geen foto's kunnen begrijpen) wordt meestal fysieke hulp gegeven. Ook objecten kunnen gebruikt worden.
Aan zijn competentieniveau
Opdat uw kind de nieuwe activiteit zou kunnen leren, moet hij in staat zijn om die alleen en zonder hulp uit te voeren.
Tijdens de training is het dus nodig om de hulp aan te passen aan de mogelijkheden van uw kind. U dient de hulp langzamerhand af te bouwen al naargelang hij erin slaagt om de verschillende handelingen van de activiteit alleen uit te voeren.
Stap van volledige fysieke hulp (de hand van uw kind vasthouden om te kleuren) naar gedeeltelijke hulp (de bewegingen van zijn hand niet meer leiden, maar wel het potlood samen blijven vasthouden) tot er geen fysieke hulp meer nodig is.
Aan zijn specifieke kenmerken
Voor sommige kinderen zullen bepaalde types van hulp beter werken dan andere. Is uw kind ontvankelijker voor een bepaald soort hulp? Wordt het misschien niet graag aangeraakt? Zouden foto's waarop je hem ziet terwijl hij de activiteit zelf uitvoert (handen wassen, eten, in de tuin spelen) goed werken? Of zouden foto's met alleen maar de zeep, zijn bord of de tuin volstaan?
Houd ook rekening met de specifieke kenmerken van uw kind: zintuiglijke hypo- of hypergevoeligheid (visueel, auditief, enz.), motorische problemen, aandachtsstoornissen, enz.
Doelstelling: Laure geeft de foto van haar beker wanneer ze dorst heeft.
Hulp bieden: fysieke hulp.
De foto samen met haar vastnemen en haar helpen om de foto te geven. Met fysieke hulp kan de hele handeling worden gestuurd. Laure weet in het begin immers niet wat ze moet doen.
Copyright © Participate! 2024 | Woordenlijst Bibliografie Sitemap Privacyverklaring Français | By |