Participate!
Menu

Het gedrag van je kind beïnvloeden

Situatie-Gedrag-Gevolg

Gedrag op zich bestaat niet. Gedrag heeft plaats binnen een bepaalde situatie. De situatie lokt het gedrag uit en het gedrag heeft gevolgen. Zo kan je een keten maken in de tijd:

Situatie Gedrag Gevolgen
De situatie waarbinnen het gedrag voorkomt (waar, wanneer, bij wie).
Wat er aan het gedrag voorafgaat.
De uitlokkende factoren.
  Wat doet het kind?   De reacties van jezelf en anderen op het gedrag van het kind.
De eventuele ‘winst’ voor het kind.

Inwerken op de gevolgen

Gedrag kan aangeleerd en afgeleerd worden door wat erop volgt. Het gevolg van een bepaald gedrag kan de reactie van andere mensen zijn, maar ook iets dat in de omgeving gebeurt. Het gevolg heeft invloed op het toekomstig gedrag:

Het gedrag heeft een positief gevolg dat gedrag zal meer voorkomen.
Het gedrag heeft een negatief gevolg dat gedrag zal minder voorkomen.

Voorbeeld

Situatie Gedrag Gevolgen Effect
Mama dekt de tafel in de keuken en Mieke zit aan tafel. Mieke zeurt om een koekje. Mama zegt meerdere keren: “Neen, je krijgt geen koekje.” Mieke zal het uiteindelijk opgeven.
minder storend gedrag.
    Mama geeft een koekje om van het gezeur af te zijn. Mieke leert dat ze door te zeuren uiteindelijk haar zin krijgt.
meer storend gedrag.

Inwerken op de situatie

Kinderen met autisme zien minder het verband tussen hun gedrag en het gevolg. Vandaar dat we bij het aan- of afleren van gedrag bij kinderen met autisme meer moeten focussen op de situatie. We zullen dus de situatie aanpassen om het gewenste gedrag te bevorderen. Meer specifiek: we passen onszelf en de omgeving aan.

Meer lezen, klik op de volgende titels:

De omgeving organiseren en visualiseren
De tijd organiseren en visualiseren
De activiteiten organiseren en visualiseren

Inwerken op het gedrag

Je kan je kind ook nieuw gedrag of vaardigheden aanleren.