Bronnen | |
Peter Vermeulen |
Er zijn twee soorten context: de waarneembare en de niet-waarneembare. De waarneembare context is de gegeven situatie, alles wat zichtbaar, hoorbaar of voelbaar is en dat de betekenis van een bepaalde waarneming beïnvloedt. Een opgestoken hand in de context van een man met een uniform en een kepie midden op het kruispunt betekent iets anders dan een opgestoken hand van een leerling op een bank in de klas.
De niet-waarneembare context is alles wat je je moet verbeelden bij een bepaalde waarneming: de context die niet gegeven is, maar die je er zelf moet aan toevoegen bijvoorbeeld vanuit je geheugen. Een opgestoken hand van een persoon van wie je al een paar keer klappen hebt gekregen, zal een heel andere betekenis krijgen dan een opgestoken hand van iemand waarvan je weet dat die heel vriendelijk is.
Kinderen met autisme hebben het moeilijk met beide soorten context, maar vooral met de niet-waarneembare omwille van hun tekortschietend verbeeldingsvermogen. Feitelijke en letterlijke betekenissen gaan hen goed af en het gaat prima als de dingen zijn wat ze zijn. Veel lastiger is voor hen datgene wat zou kunnen zijn, het zich voorstellen van wat mogelijk is.
Copyright © Participate! 2024 | Woordenlijst Bibliografie Sitemap Privacyverklaring Français | By |