Participate!
Menu
Home Autisme begrijpen Wat is autisme? Theorieën over autisme Contextblindheid Contexblindheid en moeilijkheden in de omgang met anderen

Contexblindheid
en moeilijkheden in
de omgang met anderen

In autisme vallen de sociale tekorten het sterkst op omdat de contextafhankelijkheid van betekenissen vooral uitgesproken aanwezig is in het verlenen van betekenis aan het menselijk gedrag. Een traan betekent soms verdriet, maar soms ook plezier, soms pijn en soms zelfs een aanwijzing dat iemand uiensoep aan het maken is.

Tranen wijzen niet altijd op verdriet.

Het gedrag van andere mensen begrijpen, lukt maar als je verder kijkt dan de letterlijke details. Voor een brein dat letterlijk begrijpt is een traan niets meer dan een druppel water. Om te begrijpen wat die druppel water betekent, dienen we rekening te houden met de context: de rest van het gelaat (zie ik een glimlach of een treurige mond?), geluid (hoor ik lachen of wenen?) en tal van andere zaken (zie ik een wonde of uienschillen?). Betekent een opgestoken hand een begroeting, een bevel tot stoppen, een vraag of een verzoek? Eenzelfde menselijk gedrag kan ontzettend veel verschillende betekenissen hebben. Het achterhalen van de juiste betekenis veronderstelt een vermogen om rekening te houden met de context.

Wat het begrijpen van het menselijk gedrag extra moeilijk maakt, is dat je niet alleen rekening moet houden met de expliciete, waarneembare context (zoals uienschillen, een glimlach, wat we de persoon horen zeggen) maar ook met de impliciete, niet concreet waarneembare context: de binnenkant van de persoon (diens gevoelens, ideeën, verlangens). Het in rekening brengen van die impliciete context vergt verbeelding, het vermogen om dingen te zien die je niet kan zien, zaken te horen die je niet kan horen. Die verbeelding ontbreekt grotendeels bij kinderen met autisme en daardoor is het voor hen erg moeilijk om bijvoorbeeld het verdriet of het geluk te zien 'achter' de traan.
'Theory of mind', het vermogen om geestestoestanden toe te schrijven aan jezelf en de anderen, vergt dus contextgevoeligheid en verbeelding. Geestesblindheid (het niet zien van wat zich afspeelt in de geest van anderen) is eigenlijk een vorm van contextblindheid.

Zij vertellen...

Dieter reageert altijd angstig wanneer mensen in zijn omgeving hun stem verheffen. Vaak roept hij dan: "Maar ik doe toch niets fout!". Voor Dieter heeft een luide stem maar één vaste betekenis, namelijk boosheid. Dat iemand zijn stem kan verheffen om andere redenen weet Dieter wel. Zijn moeder heeft het hem al meermaals uitgelegd: mensen roepen soms ook uit blijdschap, omdat ze ver af staan van degene met wie ze willen communiceren, uit enthousiasme, omdat ze schrikken. Die kennis is netjes opgeslagen in Dieters brein. Toch slaagt hij er wanneer iemand zijn stem verheft niet in om spontaan de context in rekening te brengen om de juiste keuze te maken uit dit lijstje met vele betekenissen van roepen. Zijn moeder moet steeds weer uitleggen waarom iemand roept. Soms moet ze die uitleg zelfs een paar keer herhalen opdat de angst bij Dieter zou wegebben.

Jasper is erg gericht op andere kinderen. Hij is regelmatig zelfs de eerste om een verandering in de gelaatsuitdrukking van andere kinderen op te merken. Zijn oog voor detail levert soms grappige opmerkingen op. Zo maakte hij in de klas eens de opmerking dat de wenkbrauwen van de leerkracht toen hij ze fronste, 'afgezakt moe waren'. De context van de gelaatsuitdrukkingen, de onzichtbare gevoelens en gedachten erachter, die zijn echter een mysterie voor Jasper. Daarom vraagt hij ook steeds waarom andere kinderen wenen of lachen. Zijn favoriete vraag is trouwens: "Waarom kijk jij zo?".