Participate!
Menu

Autisme en sociale interactie

Begrijpen van sociaal gedrag

Mensen met autisme hebben moeite met het ontcijferen van sociaal gedrag. Ze hebben problemen met context en de transfer van vaardigheden. Het spontane, intuïtieve in de interactie is vaak anders of zelfs afwezig bij baby's en peuters met autisme. Een typisch ontwikkelende baby kijkt naar zijn rammelaar en lacht naar zijn mama. Zij lacht terug en geeft de rammelaar aan haar baby.

Bij kinderen met autisme verloopt de ontwikkeling anders. In de interactie met hun mama kan je soms al heel vroeg het autistisch denken terugvinden. Toch is het een clichébeeld dat kinderen met autisme geen contact met hun moeder zouden hebben. De contactname is alleen anders ten gevolge van de andere ontwikkeling van sociale interactie en communicatie. Bovendien verschilt de manier waarop deze interactie verloopt van kind tot kind. Sommige baby's maken geen oogcontact, andere wel. Sommige baby's worden niet graag aangeraakt, andere zijn echte knuffelaars. Sommige baby's steken hun handjes niet uit om opgepakt te worden. Niet omdat ze niet graag geknuffeld worden, maar omdat ze niet weten hoe ze dat kunnen aangeven.

Contextproblemen kunnen voor heel pijnlijke situaties zorgen. Kinderen met autisme proberen hun eigen patronen te vinden in een chaotische wereld en generaliseren moeilijk van de ene context naar de andere. Met duplo spelen kunnen ze misschien wel in de klas, maar ze doen het niet thuis. Ze eten soep bij oma maar nooit bij mama. Ze praten goed met mama maar niet met de juf. Zo horen ook mensen in vaste contexten thuis.


Sociaal instinct

Het is aan de ontwikkelingspsycholoog Jerome Bruner dat we de uitdrukking  'verder dan de gegeven informatie' danken. Bij zijn studie over de ontwikkeling van typisch ontwikkelende kinderen had hij er zich over verbaasd dat typisch ontwikkelende kinderen een intuïtie of instinct lijken te hebben om achter het letterlijke te kijken. Ze lijken een aangeboren talent te hebben om de abstracties van taal en sociaal gedrag te leren begrijpen.

Hoe gewoon het ook lijkt, eigenlijk is het een bijna een mirakel. Kinderen oriënteren zich van bij de geboorte spontaan meer naar menselijke dan naar andere klanken. Zonder taallessen leren ze die abstracte klanken decoderen. Ze begrijpen de abstracte woorden en beginnen te spreken, zelfs indien ze daar nauwelijks toe worden gestimuleerd.

Met sociaal begrijpen is het mirakel nog groter. Kinderen lijken over een aangeboren sociaal instinct te beschikken. Ze kijken eerder en intenser naar mensen dan naar andere dingen en met minimale steun van buitenaf leren ze die zo moeilijke taal van ogen, gezichten, handen en lichamen begrijpen. Bij mensen met autisme (met of zonder verstandelijke beperking) verloopt het decoderen van taal en sociaal gedrag minder automatisch.

Het ontcijferen van sociale symbolen

Voor mensen met autisme is sociaal gedrag nog moeilijker te begrijpen dan de symbolen van communicatie. Jerome Bruner had het over 'sociale symbolen in permanente beweging': sociale situaties zijn nooit precies gelijk. Iets wat vreselijk moet zijn voor iemand die zou willen dat de wereld niet te veel verandert...

Denk aan de film 'Rainman'. Het liefje van zijn broer vraagt hem bezorgd: "Maar werd je wel al eens gekust door een vrouw?". Ze kust hem en vraagt hoe het was. En Rainman antwoordt: "Nat". Eigenlijk is dat niet grappig, want je ziet hier weer een bijzonder kenmerk van het omgaan met informatie: de moeilijkheid om verder te gaan dan de letterlijke betekenis. Op waarnemingsniveau heeft Rainman gelijk: het is nat. Maar de emotie, de tederheid achter de waarneming is voor hem (nog) moeilijk te vatten.

Vroeger dacht men dat de relatie tussen moeder en kind gestoord was en gaf men de mama de schuld. Men weet nu dat het eerder te maken heeft met de bijzondere aard van kinderen met autisme, die het moeilijk hebben om verder te gaan dan de letterlijke informatie van de waarneming. Mensen met autisme hebben problemen om sociale symbolen te ontcijferen. Voor mensen zonder autisme is dit vaak onbegrijpelijk, omdat ze zo'n sterke sociale intuïtie hebben. Van 's morgens tot 's avonds lezen we haast automatisch elkaars gevoelens en intenties. Het is een tweede natuur geworden.

Marc Segar, een Engelse man met het syndroom van Asperger, schreef een overlevingsgids voor zijn collega's met het Aspergersyndroom. Hij legt hen uit wat je allemaal moet weten over 'normaal' gedrag om uit de moeilijkheden te blijven. Hij geeft een prachtige definitie van autisme: '...mensen met autisme moeten wetenschappelijk leren begrijpen wat mensen zonder autisme instinctief begrijpen...'.

Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar wat Marc Segar zegt over 'ogentaal'. U zal merken dat hier een logisch denker aan het woord is, een wetenschapper die de vreemde sociale cultuur van mensen zonder autisme bestudeert.

Als je iemand minder dan een derde van de tijd aankijkt, geef je aan dat je ofwel verlegen bent (als je steeds naar de grond kijkt) ofwel dat je iets te verbergen hebt (als je steeds langs iemand heen kijkt).
Als je iemand meer dan tweederde van de tijd aankijkt, geef je aan dat je die persoon heel erg leuk vindt (als je naar het hele gezicht kijkt) ofwel dat je agressief bent (als je iemand strak in de ogen kijkt).
Iemand gedurende het hele gesprek strak en onafgebroken in de ogen kijken, kan twee dingen betekenen. Ofwel daag je die persoon uit (de agressieve blik) ofwel geef je aan dat je hem wel ziet zitten (de intieme blik). In andere culturen (bijvoorbeeld rond de Middellandse zee) kan het ook nog vriendschap betekenen. Voor iemand met autisme kan dit soort oogcontact heel moeilijk zijn, omdat we er eerst moeten achterkomen of het wel in de situatie past. Ook kan onafgebroken oogcontact ons enorm afleiden wanneer we een gesprek proberen te voeren.

Wat Marc Segar schrijft, geeft duidelijk aan hoe 'open' sociale informatie is, hoe moeilijk het is om de betekenis af te leiden uit wat je ziet. Voor mensen met autisme is sociale informatie erg moeilijk te decoderen, voor ons erg gemakkelijk. Vandaar dat we elkaar moeilijk begrijpen. Het vergt veel verbeelding om ons de ervaringswereld voor te stellen van mensen die sociaal blind of bijziend zijn, terwijl het van begaafde mensen met autisme veel studie vraagt om de betekenis van ons sociaal gedrag te begrijpen. Wanneer we bruggen willen bouwen tussen onze twee culturen, is dat de belangrijkste uitdaging.

Zij vertellen...

Thomas was een zeer lieve, aanhankelijke baby. Ik besefte toen echter niet dat hij weinig belangstelling toonde voor andere mensen. Alsof lachen voorbehouden was voor zijn mama en zijn broers en zusje. Hij heeft nooit gelachen naar oma, hij heeft nooit zijn armpjes naar haar uitgestoken. Toen hij een peuter was, leek het alsof hij mij in een andere context - bijvoorbeeld de school - niet als dezelfde mama zag.  Niet dat hij mij niet herkende, maar hij leek wel een ander kindje te zijn. Zoentjes geven, knuffelen met mama, dat was duidelijk iets voor thuis. Zelfs wenen heeft hij lang aan een welbepaalde context gekoppeld. Toen hij zich op school pijn had gedaan en de juf zei dat hij mocht wenen, antwoordde hij: "ik ween alleen bij mijn mama en soms bij mijn zus".
Hilde De Clercq

Thérèse Joliffe, een hoogbegaafde vrouw met autisme, schrijft in haar autobiografie over haar moeilijkheden met het interpreteren van sociaal gedrag. Wanneer ze heel veel mensen samen ziet en de situatie probeert te begrijpen, neemt ze haar notitieboek, schrijft neer wat ze ziet en nummert de afzonderlijke observaties. Wanneer ze denkt dat ze alles genoteerd heeft, trekt ze zich terug in haar studeerkamer om haar nota's te bestuderen. Zodra ze denkt dat ze de situatie begrijpt, keert ze terug. Meestal moet ze echter vaststellen dat haar inspanning niet echt heeft geholpen omdat de situatie intussen alweer veranderd is.
Hilde De Clercq

Relaties zijn zo veeleisend en verwarrend. Ik wil wel relaties hebben met andere mensen, maar ik weet niet of ik de pijn die ermee gepaard gaat wel kan verdragen. Sommige dagen doen mijn hersenen zoveel pijn door mijn pogingen om te begrijpen wat ik moet doen of zeggen, dat ik het niet lang kan volhouden....
Wendy Lawson