Participate!
Menu

Tekort aan intuïtie

Mensen met autisme, vooral normaal begaafden, worden vaak overschat wat inlevingsvermogen betreft. Het gebeurt dikwijls dat zij in een testsituatie de juiste antwoorden geven op vragen die peilen naar theory of mind of perspectiefneming. Dat betekent echter nog niet dat ze in staat zijn tot perspectiefneming in meer levensechte situaties. Een landkaart is niet hetzelfde als het landschap.


Tussen theorie en werkelijkheid zit vaak een wereld van verschil. Tijdens een cursus sociale vaardigheden kunnen deelnemers de theoretische uitleg goed begrijpen, maar in de praktijk loopt het soms nog verkeerd. Hoe komt het dat het hen niet lukt in het echte leven?

Eerst en vooral lijken mensen met autisme niet steeds spontaan hun aandacht te richten op wat vanuit sociaal-emotioneel standpunt belangrijk is. Ze zullen wel merken dat je een andere bril op hebt, maar zien wellicht niet dat je er vandaag niet zo gelukkig uit ziet.

Een tweede reden is dat de empathie bij mensen met autisme niet altijd spontaan vanuit de context geactiveerd wordt. Bij hen moet als het ware iemand anders het knopje van de empathie indrukken. We zien vaak dat mensen met autisme wél empathisch reageren wanneer ze een hint van iemand krijgen. Mensen met autisme zijn niet ongevoelig, ze weten alleen niet zo goed wanneer ze gevoelsmatig moeten reageren. Ze komen slechts tot emotionele perspectiefneming wanneer iemand anders hen op de juiste informatie wijst of wanneer de context voor interpretatie duidelijk is. Het perspectief moet aangeleerd zijn of van buitenaf verhelderd worden.

Er is nog een derde reden waarom het in het echte leven vaak fout loopt. Mensen met autisme hebben relatief veel bedenktijd nodig om zich in iemand anders in te leven. In het echte leven wordt die bedenktijd niet gegeven. Het echte leven is geen videoband die je even met een pauzetoets kan stilzetten om iets te gaan opzoeken in je encyclopedie van scenario’s of je woordenboek van gelaatsuitdrukkingen.

Het tekort aan inlevingsvermogen is daarom niet terug te brengen tot enkel een cognitief tekort, een tekort aan kennis. Veel normaal begaafde mensen met autisme kennen heel wat emotionele termen en ze hebben een uitgebreide collectie aan scenario’s. Het ontbreekt hen niet aan de theoretische kennis. De problemen die ze hebben met het begrijpen van de emotionele wereld heeft te maken met moeilijkheden op verschillende vlakken tegelijk: de integratie van communicatievaardigheden, emotionele responsiviteit, aandacht schenken aan de meest relevante informatie, prioriteit geven aan sociale prikkels en verstandelijke vaardigheden.

Het gaat niet zomaar om een tekort aan theory of mind. Integendeel, gezien de inspanningen die mensen met autisme doen om de binnenkant van anderen te ‘beredeneren’, zou je zelfs kunnen zeggen dat zij de enigen zijn die een ‘theory’ of mind hebben. Ze moeten hard nadenken over de gevoelens van anderen, terwijl niet-autisten dit heel snel, spontaan en intuïtief kunnen. Sociaal-emotionele informatieverwerking staat dichter bij intuïtie en instinct dan bij (be)redeneren. Mensen met autisme, vooral de meer intelligente, hebben niet allemaal een tekort aan ‘theory’ of mind maar eerder een tekort aan ‘intuition’ of mind.