Participate!
Menu

Autisme en het gezin

Kinderen die opgroeien samen met een broer of zus met autisme krijgen te maken met een bijzondere gezinssituatie.

De getuigenissen van deze kinderen zijn heel verhelderend. Vaak geven ze een beeld van de kwaliteiten en vaardigheden die deze kinderen hebben ontwikkeld, maar ze schetsen ook de ontreddering waaraan ze in sommige situaties ten prooi zijn.

Er zijn enkele films die dit thema van bijzondere relaties tussen kinderen aansnijden. Zo vertolkt Gilbert, de centrale figuur in ‘What’s eating Gilbert Grape?’ (1993), de rol van de broer die vader speelt over zijn jongere broer Harny die autisme heeft. De prent schetst hoe Gilbert, die in een symbiotische relatie met zijn broertje gevangen zit, er zelfs niet in slaagt om afstand van hem te nemen wanneer hij een verhouding begint. ‘Rain Man’ (1988) en ‘L’enfant de la nuit’ (2001) zijn andere voorbeelden die een beeld geven van de manier waarop broers en zusters met autisme omgaan.

Bij de psychologische ontwikkeling van het kind staat de relatie met de ouders centraal. Maar ook de band met de andere kinderen zal de persoonlijkheidsstructuur en de sociale en affectieve relaties in meer of mindere mate beïnvloeden. Het is immers in de omgang met zijn broers en zussen dat het kind met interpersoonlijke relaties experimenteert. Het is binnen die setting dat het geconfronteerd wordt met allerlei gedachten en gevoelens, niet alleen van agressie en rivaliteit, maar ook van affectie, verbondenheid, solidariteit, bescherming en gedeelde ervaringen. Hij begint vriendschapsbanden te ontwikkelen en ontdekt in hoeverre anderen op hem lijken of van hem verschillen. Het valt dan ook makkelijk te begrijpen dat de aanwezigheid van een broer of zus met een handicap in het gezin bij de andere kinderen heel wat gevoelens en vragen zal losmaken. Anderzijds kunnen de relaties tussen de kinderen er ook rijker door worden.